Eendenmand

Eendenmand

Deze eendenmand is een veilige nestplaats en een ideale schuilplaats voor wilde eenden, tafeleenden en waterhoentjes. U kunt de mand het beste vroeg in het jaar plaatsen, aangezien de eenden in februari al beginnen met het bouwen van hun nest. Zet de korf met drie of vier stevige lange palen in het water tot maximaal 1 meter hoogte boven het wateroppervlak. U kunt de korf ook aan de rand van het water in dichte vegetatie plaatsen. Wilde eenden broeden van maart tot juni, een legsel tussen zeven en elf eieren. De eendjes zijn nestvlieders, wat betekent dat zij direct na hun geboorte al deels in staat zijn voor zichzelf te zorgen. De eendenmand wordt geleverd exclusief palen.

Wilt u meerdere eendenmanden bestellen? Vanaf 10 stuks kunnen we een andere prijs aanbieden. Stuur uw aanvraag naar info@DeDuurzameTuin.nl 

Tip voor het plaatsen van een Eendenmand

De kans op bewoning is groter als u droge bladeren of verdord gras in de korf legt. Ook is het belangrijk de korf verdekt op te stellen en te zorgen dat de eenden de opening makkelijk in kunnen. U kunt de eendenmand het beste na het broedseizoen schoonmaken.

De wilde eend

De wilde eend is een algemeen voorkomende watervogel, die veel te vinden is in parken en vijvers. Het mannetje, de woerd, is te herkennen aan de opvallende groene kop en witte nekband. Ook heeft hij als enige eendensoort gekrulde staartveren. Het vrouwtje heeft een meer gecamoufleerd, voornamelijk bruin verenkleed. Gedurende de winter worden koppeltjes gevormd, waarbij het er soms heftig aan toe gaat; niet zelden proberen de vogels elkaar te verdrinken om zo rivalen te elimineren. Veel eenden in parken zijn mengvormen van wilde eenden met allerlei gedomesticeerde eenden. Eenden broeden van februari tot augustus en in die tijd kunnen ze wel 3 legsels van 7  -11 eieren hebben. Ze broeden in paartjes of in losse groepen, gedurende 24-32 dagen.  Het nest is een ondiep kuiltje in de buurt van water, bedekt met mos, donsveertjes en takjes. Na 52 tot 70 dagen kunnen de jongen vliegen.

Voedsel

Wilde eenden eten zowel waterplanten als grassen en kleine waterdiertjes. De soort is omnivoor en eet wat er voorhanden is. In het water zoeken ze naar voedsel door gedeeltelijk onder water te duiken, op het land grazen ze gras. Eendenvoer met de juiste ingrediënten vindt u hier>>

De tafeleend

Tafeleenden zijn duikeenden die vooral in de herfst, winter en het vroege voorjaar in Nederland te zien zijn. Ze houden zich meestal in groepen op en zijn na zonsondergang het meest actief. Opvallend is dat het mannetje van de tafeleend al in juni wegtrekt, als het vrouwtje nog aan het broeden is. De vrouwtjes en de jongen volgen later.

Het waterhoentje

Waterhoentjes zijn donker van kleur met een rode snavel en een rood blesje op het voorhoofd. De punt van de snavel is geel van kleur. Op de flanken hebben ze witte strepen. In tegenstelling tot meerkoeten beschikken ze niet over zwemvliespoten. Met hun lange, groene tenen foerageren ze dan ook regelmatig op de oever. Het waterhoen voedt zich met waterplanten, grassen, insecten en kikkervisjes. Maar ook is het dier niet vies van een visje. Met zijn puntige snavel prikt hij het visje aan stukken, eet er zelf van en deelt het aan zijn kuikens.